‘In de Kijker’ voor ’t Hart van Loil
Category : Nieuws
Af en toe zullen we wat mensen voorstellen die een rol vervullen in de realisatie van ’t Hart van Loil. Hiermee willen we een beeld schetsen van wat zij doen en vinden van de ontwikkelingen. In deze editie de penningmeester van de Vereniging van Verenigingen, en tevens de financiële man van de werkgroep ‘horeca’ van ‘t Hart van Loil: Tonnie Bosman.
Tonnie is de oudste zoon van Peter en Riet Bosman en is geboren in de Parkweg in Loil. Na zijn jeugdjaren woonde hij in Didam, Arnhem en Westervoort. Toen dochter Juul – inmiddels 17 jaar geleden – werd geboren, besloten Tonnie en zijn vrouw Ria dat zij hun dochter in een veilige en prettige omgeving wilden laten opgroeien. Daarom wonen ze inmiddels alweer 16 jaar aan de Wehlseweg in Loil. Tonnie is zzp’er en werkt als ambulant begeleider in de geestelijke gezondheidszorg. Hierdoor heeft hij zeer wisselende werktijden, wat hem flexibel maakt in het vervullen van vrijwilligerswerk.
Tonnie speelde als linksbuiten in het eerste elftal van Sv. Loil. Daarna heeft hij met het tweede team van Sv. Loil als trainer/leider in de 2e klasse van de KNVB gespeeld. En daar is hij bijzonder trots op. Ook nu nog is Tonnie grens- en scheidsrechter bij Sv. Loil, en is hij vrijwilliger in de kantine van de Zomp. Zo wisten ze hem ook te vinden nadat de stichting ’t Hart van Loil de Zomp en de kerk overnam en de Vereniging van Verenigingen (VvV) werd opgericht. Samen met Martin Tiemessen, Simone Verbeek en Eric Welling vormt Tonnie nu het bestuur van de VvV. Hij vervult hierin de rol van penningmeester. Daarbij beheert hij ook de financiën van de kantine van de Zomp en andere horeca van ’t Hart van Loil, en regelt hij samen met anderen hiervoor de barbezetting, schoonmaak, inkoop etc.
Het zag er lang niet naar uit dat Tonnie zo sterk betrokken zou worden bij de plannen van ’t Hart van Loil. Zeker toen bleek dat ook de kerk en pastorie onderdeel werden van de plannen voor ’t Hart van Loil, had hij zijn bedenking over de haalbaarheid. Toen hij meer duidelijkheid over de financiële cijfers kreeg, verdwenen de twijfels en werd hij steeds enthousiaster. De ‘coronaperikelen’ hadden in het begin een demotiverende werking op hem. Dit duurde echter niet lang. Al snel werd er gekeken naar wat er binnen de geldende regels nog wél kan. Nu wordt er aan alle beperkte mogelijkheden op een creatieve manier invulling gegeven. Tonnie ziet zichzelf meer een als een doener dan als een bestuurder. Hij haalt voldoening uit het omgaan en samenwerken met anderen. Hij geniet ervan als er door samen te werken een klus is geklaard, en hier na afloop samen tevreden op terug gekeken kan worden.
Als ras-Loilenaar is de leefbaarheid van het dorp voor Tonnie heel belangrijk. Volgens hem speelt de school hierin een belangrijke rol; de jeugd heeft immers de toekomst. Hij zou dan ook graag zien dat de school en de jeugd meer betrokken worden bij ’t Hart van Loil.
Een ander aandachtspunt voor hem is de zelfstandigheid van de verschillende werkgroepen, die inmiddels onder de Stichting ’t Hart van Loil en de Vereniging van Verenigingen zijn gevormd. Hiermee bedoelt hij dat de werkgroep, minder afhankelijk van de besturen, zelf initiatieven moet kunnen ontplooien en uitvoeren. Uiteraard wel met oog voor, en in samenwerking met, anderen.